Overzicht

ga naar vorige ga naar home menu  

Voorkant

Opmerking

Mogelijk ziet uw computermodel er enigszins anders uit dan op de afbeelding.

Voorkant
  • 1Netvoedingslampje

    Dit lampje brandt als de computer aan staat.

  • 2Aan/uit-knop

    Wordt gebruikt om de computer in te schakelen. Wanneer u de computer niet kunt afsluiten vanuit het besturingssysteem, houdt u de aan/uit-knop vier of meer seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen.

  • 3Statuslampje voor opslagstation

    Dit lampje brandt wanneer het opslagstation in gebruik is.

  • 4Aansluiting voor microfoon

    Wordt gebruikt om een microfoon op de computer aan te sluiten. U kunt de microfoon gebruiken om geluid op te nemen of om de computer te bedienen met behulp van spraakherkenningssoftware.

  • 5Headsetaansluiting

    Wordt gebruikt om een headset of hoofdtelefoon op uw computer aan te sluiten.

  • 6USB 3.1 Gen 1-aansluiting

    Hierop kunt u een apparaat met een USB-aansluiting aansluiten, zoals een toetsenbord, muis, scanner, printer of PDA (Personal Digital Assistant). Voor optimale gegevensoverdracht sluit u een USB 3.1 Gen 1-apparaat aan op een USB 3.1 Gen 1-aansluiting in plaats van een USB 2.0-aansluiting.

  • 7Always On USB 3.1 Gen 1-aansluiting

    Hiermee kunt u een USB 2.0- of USB 3.1 Gen 1-apparaat aansluiten, bijvoorbeeld een toetsenbord, een muis, een scanner, een printer of een organizer (personal digital assistant) (PDA). Als de voedingsadapter aangesloten is, kunt u het automatisch gedetecteerde apparaat laden, zelfs als de computer in de sluimerstand staat of uitgeschakeld is.

  • 8Verlichte rode punt

    Dit lampje brandt als de computer aan staat.