Nadat u onderdelen hebt geïnstalleerd of vervangen, brengt u de kap van de computer weer aan en sluit u de losgekoppelde kabels weer aan.
U kunt als volgt de kap van de computer vervangen en de kabels weer aansluiten:
Controleer of alle componenten weer op de juiste manier in de computer zijn geplaatst en of alle losse schroeven en stukken gereedschap zijn verwijderd. Zie Systeemplaat voor de locatie van de verschillende componenten in de computer.
Controleer voordat u de computerkap terugplaatst of de kabels goed liggen en nergens klem komen te zitten. Houd de kabels uit de buurt van de scharnieren en de zijkanten van het computerchassis wanneer u de computerkap terugplaatst.
Plaats de computerkap.
Plaats de schroef om de computerkap te bevestigen.
Plaats de computer rechtop.
Als er een slot beschikbaar is, gebruikt u dat om de computer te vergrendelen. Zie De computer vergrendelen.
Sluit de externe kabels en netsnoeren weer aan op de corresponderende aansluitingen van de computer.
Zie Voorkant of Achterkant voor de locatie van de verschillende componenten in de computer.