Waarschuwing
Maak uw computer niet open of probeer deze niet te repareren voordat u de Handleiding met belangrijke productinformatie hebt gelezen.
Als uw computer een geheugenmodule ondersteunt, plaatst u de module in de DIMM 1-sleuf. Als uw computer twee geheugenmodules ondersteunt, plaatst u eerst een geheugenmodule in de DIMM 1-sleuf en de andere vervolgens in de DIMM 2-sleuf. Zie Systeemplaat voor de locaties van de sleuven.
Verwijder alle media uit de stations, schakel alle aangesloten apparaten uit en zet de computer uit.
Haal alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer zijn aangesloten.
Verwijder de kap van de computer. Zie voor meer informatie De kap van de computer verwijderen.
Verwijder de bodemplaat. Zie voor meer informatie De bodemplaat vervangen.
Vervang de geheugenmodule.
Plaats de verwijderde onderdelen en de computerkap terug. Zie voor meer informatie Vervangen van de onderdelen voltooien.