Intelligent koelen (alleen voor ThinkPad Z13 Gen 2)
Met de functie Intelligent koelen kunt u het energieverbruik, de ventilatorsnelheid, de temperatuur en de prestaties van de computer aanpassen.
Voor modellen met Windows 10
U kunt de functie Intelligent koelen aanpassen met de Windows-voedingsschuifregelaar. Selecteer de gewenste modus als volgt:
- Klik in het systeemvak van Windows op het batterijstatuspictogram.
- Beweeg de schuifregelaar naar links of rechts om de gewenste modus te selecteren.
Eco-stand: het energieverbruik, de ventilatorsnelheid en de prestaties worden verlaagd voor een koelere, stillere en milieuvriendelijkere computer en de beste levensduur van de batterij.
Gebalanceerde modus: goede balans tussen stroomverbruik, ventilatorsnelheid en prestaties.
Prestatiestand: er wordt prioriteit gegeven aan maximale prestaties, waardoor de temperatuur en ventilatorsnelheid kunnen toenemen.
met netvoeding

met batterijvoeding

Voor modellen met Windows 11
U kunt de functie Intelligent koelen aanpassen via de Windows-instellingen.
- Klik met de rechtermuisknop op het batterijpictogram in het gedeelte met snelle instellingen
rechts op de taakbalk.
- Klik op Instellingen voor stroom en slaapstand.
- Zoek het gedeelte Energiemodus en selecteer naar wens een van de volgende modussen.
- Meest efficiënte stroomverbruik: goede balans tussen energieverbruik, ventilatorsnelheid en prestaties.
- Gebalanceerd: er wordt prioriteit gegeven aan prestaties, waardoor de temperatuur en ventilatorsnelheid kunnen toenemen.
- Beste prestaties: het leveren van ultraprestaties krijgt prioriteit, waardoor maximale temperaturen en een hogere ventilatorsnelheid kunnen voorkomen.
Extra intelligent koelen
De functie intelligente koelingsversterking past op basis van de apps die u gebruikt de systeemprestaties dynamisch aan. U wordt aangeraden deze functie in te schakelen, met name als u Unified Communication-apps (voor geïntegreerde communicatie) gebruikt, zoals Microsoft Teams.
Opmerking: Zorg ervoor dat u deze functie in de gebalanceerde modus gebruikt voor de beste gebruikerservaring.
Ga als volgt te werk om de functie intelligente koelingsversterking in- of uit te schakelen:
- Open het UEFI BIOS-menu. Zie Het UEFI BIOS-menu openen.
- Selecteer Config ➙ Power.
- Schakel in het gedeelte Intelligent Cooling Boost de schakelaar voor Intelligent Cooling Boost in of uit.
- Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het UEFI BIOS-menu af te sluiten.
Intelligent koelen (alleen voor ThinkPad Z16 Gen 2)
Met de functie Intelligent koelen kunt u het energieverbruik, de ventilatorsnelheid, de temperatuur en de prestaties van de computer aanpassen.
Opmerkingen:
- Zorg er in de ultraprestatie- of prestatiemodus voor dat uw handen, uw schoot of andere lichaamsdelen niet langer dan 10 seconden in contact komen met een heet gedeelte van de computer.
- Als u een Windows-besturingssysteem opnieuw installeert, kunnen de standaardinstellingen voor intelligente koeling worden gewijzigd. Het wordt aanbevolen het meest recente ITS-stuurprogramma (Intelligent Thermal Solution) te downloaden en te installeren via https://pcsupport.lenovo.com.
Voor modellen met Windows 10
U kunt de functie intelligent koelen aanpassen met de Windows-voedingsschuifregelaar. Selecteer de gewenste modus als volgt:
- Klik in het systeemvak van Windows op het batterijstatuspictogram.
- Beweeg de schuifregelaar naar links of rechts om de gewenste modus te selecteren.
Eco-stand: het energieverbruik, de ventilatorsnelheid en de prestaties worden verlaagd voor een koelere, stillere en milieuvriendelijkere computer en de beste levensduur van de batterij.
Gebalanceerde modus: goede balans tussen stroomverbruik, ventilatorsnelheid en prestaties.
Prestatiemodus: er wordt prioriteit gegeven aan prestaties, waardoor de temperatuur en de ventilatorsnelheid kunnen toenemen.
Ultraprestatiemodus: er wordt prioriteit gegeven aan maximale prestaties, waardoor de temperatuur en de ventilatorsnelheid kunnen toenemen.
met netvoeding

met batterijvoeding

Voor modellen met Windows 11
U kunt de functie intelligent koelen aanpassen via de Windows-instellingen.
- Klik met de rechtermuisknop op het batterijpictogram in het gedeelte met snelle instellingen
rechts op de taakbalk.
- Klik op Instellingen voor stroom en slaapstand.
- Zoek het gedeelte Energiemodus en selecteer naar wens een van de volgende modussen.
- Meest efficiënte stroomverbruik: goede balans tussen energieverbruik, ventilatorsnelheid en prestaties.
- Gebalanceerd: er wordt prioriteit gegeven aan prestaties, waardoor de temperatuur en ventilatorsnelheid kunnen toenemen.
- Beste prestaties: het leveren van ultraprestaties krijgt prioriteit, waardoor maximale temperaturen en een hogere ventilatorsnelheid kunnen voorkomen.
Extra intelligent koelen
De functie intelligente koelingsversterking past op basis van de apps die u gebruikt de systeemprestaties dynamisch aan. U wordt aangeraden deze functie in te schakelen, met name als u Unified Communication-apps (voor geïntegreerde communicatie) gebruikt, zoals Microsoft Teams.
Opmerkingen:
- Windows 10: Zorg ervoor dat u deze functie in de prestatiemodus gebruikt voor de beste gebruikerservaring.
- Windows 11: Zorg ervoor dat u deze functie in de gebalanceerde modus gebruikt voor de beste gebruikerservaring.
Ga als volgt te werk om de functie Intelligente koelingsversterking in- of uit te schakelen:
- Open het UEFI BIOS-menu. Zie Het UEFI BIOS-menu openen.
- Selecteer Config ➙ Power.
- Schakel in het gedeelte Intelligent Cooling Boost de schakelaar voor Intelligent Cooling Boost in of uit.
- Druk op F10 om de wijzigingen op te slaan en het UEFI BIOS-menu af te sluiten.
De functie Koel en stil op schoot gebruiken (alleen voor ThinkPad Z16 Gen 2)
Met de functie Koel en stil op schoot kan de computer afkoelen wanneer deze warm wordt. Langdurig contact met uw lichaam kan onaangenaam zijn, ook door uw kleding heen. Als u liever werkt met uw computer op uw schoot, wordt aangeraden om de functie Koel en stil op schoot in te schakelen in de UEFI BIOS:
- Open het UEFI BIOS-menu. Zie Het UEFI BIOS-menu openen.
- Klik op Config en zet de schakelaar Cool and Quiet on lap mode aan.