U kunt diverse typen wachtwoorden instellen in de UEFI/BIOS Setup Utility.
Wachtwoordtype | Vereiste | Gebruik |
---|---|---|
Beheerderswachtwoord | Nee | Voer dit in om de Setup Utility te starten. |
Gebruikerswachtwoord | Het beheerderswachtwoord moet zijn ingesteld. | Gebruik het gebruikerswachtwoord om de Setup Utility te starten. |
Masterwachtwoord voor de vaste schijf | Nee | Voer dit in om het besturingssysteem te starten. |
Gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf | Het masterwachtwoord moet zijn ingesteld. | Gebruik het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf om het besturingssysteem te starten. |
Stel het beheerderswachtwoord in om onbevoegde toegang tot de UEFI/BIOS Setup Utility te voorkomen.
Stap 1 | Open de UEFI/BIOS Setup Utility. |
Stap 2 | Selecteer Security ➙ Set Administrator Password en druk op Enter. |
Stap 3 | Voer een wachtwoord in dat alleen letters en cijfers bevat en druk vervolgens op Enter. |
Stap 4 | Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Enter. |
Stap 5 | Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes. |
De volgende keer dat u de computer opstart, moet u het beheerderswachtwoord invoeren om de Setup Utility te openen. Als Power on Password is ingeschakeld, moet u het beheerderswachtwoord of het gebruikerswachtwoord invoeren om de computer op te starten.
Terug naar bovenAlleen de beheerder kan het beheerderswachtwoord wijzigen of wissen.
Stap 1 | Open de UEFI/BIOS Setup Utility met het beheerderswachtwoord. |
Stap 2 | Selecteer Security ➙ Set Administrator Password en druk op Enter. |
Stap 3 | Voer het huidige wachtwoord in. |
Stap 4 | Voer in het tekstvak Enter New Password het nieuwe wachtwoord in. |
Stap 5 | Voer in het tekstvak Confirm New Password het nieuwe wachtwoord opnieuw in. Opmerking: Als u het wachtwoord wilt verwijderen, drukt u op Enter in beide tekstvakken zonder iets in te voeren. |
Stap 6 | Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes. |
Als u het beheerderswachtwoord verwijdert, wordt het gebruikerswachtwoord ook verwijderd.
Terug naar bovenU moet het beheerderswachtwoord instellen voordat u het gebruikerswachtwoord kunt instellen.
De beheerder van de Setup Utility moet mogelijk een gebruikerswachtwoord instellen voor gebruik door anderen.
Stap 1 | Open de UEFI/BIOS Setup Utility met het beheerderswachtwoord. |
Stap 2 | Selecteer Security ➙ Set User Password en druk op Enter. |
Stap 3 | Voer een wachtwoord in dat alleen letters en cijfers bevat en druk vervolgens op Enter. Het gebruikerswachtwoord moet verschillen van het beheerderswachtwoord. |
Stap 4 | Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Enter. |
Stap 5 | Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes. |
Als het beheerderswachtwoord is ingesteld, kunt u het systeemwachtwoord inschakelen voor een nog betere beveiliging.
Stap 1 | Open de UEFI/BIOS Setup Utility. |
Stap 2 | Selecteer Security ➙ Power on Password en druk op Enter. Opmerking: Dit werkt alleen als er al een beheerderswachtwoord is ingesteld. |
Stap 3 | Wijzig de instelling in Enabled. |
Stap 4 | Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes. |
Als een systeemwachtwoord is ingeschakeld, verschijnt er elke keer dat u de computer aanzet een prompt. U moet het beheerders- of gebruikerswachtwoord invoeren om de computer op te starten.
Terug naar bovenMet het programma Setup Utility kunt u een vaste-schijfwachtwoord instellen om onbevoegde toegang tot uw gegevens te voorkomen.
Stap 1 | Open de UEFI/BIOS Setup Utility. |
Stap 2 | Selecteer Security ➙ Set Hard Disk Password en druk op Enter. Opmerking: Als u de Setup Utility start met het gebruikerswachtwoord, kunt u het vaste-schijfwachtwoord niet instellen. |
Stap 3 | Volg instructies op het scherm om zowel master- als gebruikerswachtwoorden in te stellen. Opmerking: De master- en gebruikerswachtwoorden voor de vaste schijf moeten tegelijkertijd worden ingesteld. |
Stap 4 | Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes. |
Als het vaste-schijfwachtwoord is ingesteld, moet u het juiste wachtwoord opgeven om het besturingssysteem starten.
Terug naar bovenStap 1 | Open de UEFI/BIOS Setup Utility. |
Stap 2 | Selecteer Security. |
Stap 3 | Wijzig of wis het vaste-schijfwachtwoord Als u het masterwachtwoord wilt wijzigen of wissen, selecteert u Change Master Password en drukt u op Enter. Opmerking: Als u het masterwachtwoord voor de vaste schijf wist, wordt ook het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf verwijderd. Als u het gebruikerswachtwoord wilt wijzigen, selecteert u Change User Password en drukt u op Enter. Opmerking: Het gebruikerswachtwoord voor de vaste schijf kan niet afzonderlijk worden verwijderd. |
Stap 4 | Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes. |