Meer informatie

Energie beheren


De status van de batterij controleren

Het batterijstatuspictogram of wordt weergegeven in het systeemvak van Windows. U kunt snel de batterijstatus controleren, het huidige energiebeheerschema bekijken en de batterij-instellingen openen.

Klik op het statuspictogram van de batterij om het nog resterende percentage batterijstroom weer te geven en de energiebesparingsmodus te wijzigen. Er wordt een waarschuwingsbericht weergegeven wanneer de batterij bijna leeg is.

De batterij opladen

Wanneer u merkt dat de batterij bijna leeg is, moet u de batterij opladen door uw computer aan te sluiten op de netvoeding.

De batterij is in ongeveer twee tot vier uur volledig opgeladen. De werkelijke oplaadtijd is afhankelijk van de capaciteit van de batterij, de fysieke omgeving en of u de computer al dan niet gebruikt.

Het opladen van de batterij wordt ook beïnvloed door de temperatuur. De aanbevolen temperatuur voor het opladen van de batterij ligt tussen de 10 en 35 °C.

Gedrag van de aan/uit-knop instellen

Standaard wordt de computer in de slaapstand gezet als u op de aan/uit-knop drukt. U kunt echter het gedrag van de aan/uit-knop wijzigen in het Configuratiescherm van Windows.

Stap 1 Voer Configuratiescherm in het Windows-zoekvak in en druk op Enter. Ga naar het Configuratiescherm en geef grote of kleine pictogrammen weer.
Stap 2 Selecteer het energiebeheer en klik op gedrag van de aan/-knop bepalen.

Een energiebeheerschema wijzigen of op maat maken

Een energiebeheerschema is een verzameling van energiebesparende instellingen, die beschikbaar gemaakt werden door een besturingssysteem. Met een energiebeheerschema kan u stilstaande time-outs instellen voor verschillende hardwarecomponenten om een lagere energiestatus in te voeren.

Stap 1 Voer energiebeheerschema in het Windows-zoekvak in en druk op Enter.
Stap 2 Stel een energiebeheerschema volgens uw voorkeuren op.

Prestatiemodus instellen

Uw computer kan in verschillende prestatiemodi werken. De prestaties en het stroomverbruik van de computer variëren in verschillende prestatiemodi. Druk op Fn + Q om door verschillende prestatiemodi te bladeren.